Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: armoede

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: armoede

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

armoede:
- Armut; Elend; Not
Wiktionary:
- armoede → Armut
- armoede → Armut

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor armoede (Nederlands) in het Duits

armoede:

armoede [de ~] zelfstandig naamwoord

de armoede (gebrek; ellende)
die Armut; Elend; die Not
- Armut [die ~] zelfstandig naamwoord
- Elend [das ~] zelfstandig naamwoord
- Not [die ~] zelfstandig naamwoord
de armoede
die Armut
- Armut [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor armoede:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Armut	armoede; ellende; gebrek	behoeftigheid; gebrek; krapte; nood; noodtoestand; noodwendigheid; schaarsheid; schaarste; tekort
Elend	armoede; ellende; gebrek	barheid; behoeftigheid; ellende; malheur; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheid; nood; noodlottigheid; noodtoestand; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; penarie; probleem; problemen; ramp; rampspoed; rampzaligheid; rottigheid; sores; tegenslag; tegenspoed; terugslag; zorgen
Not	armoede; ellende; gebrek	behoeftigheid; ellende; kommer; kwel; malheur; misère; moeilijkheden; nood; noodtoestand; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; problemen; ramp; rampspoed; sores; tegenslag; tegenspoed; terugslag; zorgen

Wiktionary: armoede

armoede

noun

de toestand waarin iemand leeft die zeer weinig middelen voor zijn levensonderhoud heeft.
- armoede → Armut

armoede

noun

-
- Armut → armoede

Cross Translation:

From	To	Via
• armoede	→ Armut	↔ poverty — quality or state of being poor

Duits

Uitgebreide vertaling voor armoede (Duits) in het Nederlands

armoede: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}