Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortspruiten (Nederlands) in het Duits

voortspruiten:

voortspruiten werkwoord

  1. voortspruiten (spruiten)
    sprießen; entkeimen
    • sprießen werkwoord (sprieße, sprießt, sproß, sprosset, gesprossen)
    • entkeimen werkwoord (entkeime, entkeimst, entkeimt, entkeimte, entkeimtet, entkeimt)

Vertaal Matrix voor voortspruiten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entkeimen spruiten; voortspruiten oprijzen; rijzen; spruiten; uitschieten; uitschieten plantkunde
sprießen spruiten; voortspruiten spruiten; uitschieten; uitschieten plantkunde

Wiktionary: voortspruiten


Cross Translation:
FromToVia
voortspruiten resultieren; führen; leiten; ausgehen; ausrücken; hinausgehen; erlangen; erzielen; reichen; erreichen; einholen; heranreichen; sich erstrecken; erwirken; durchsetzen aboutirtoucher par un bout.
voortspruiten resultieren résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc.

Computer vertaling door derden: