Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- pis:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
pissen:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pissen (Nederlands) in het Duits
pis:
Vertaal Matrix voor pis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Harn | pis; urine; zeik | |
Pisse | pis; urine; zeik | |
Urin | pis; urine; zeik |
Verwante woorden van "pis":
Wiktionary: pis
Wiktionary: pissen
pissen
Cross Translation:
verb
-
plassen
- pissen → Wasser lassen; pinkeln; pissen; strullen; urinieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pissen | → Wasser lassen; pinkeln; pissen; strullen | ↔ piss — (vulgar) to urinate |
• pissen | → pinkeln; pissen; Pipi | ↔ wee — to urinate |
• pissen | → pissen; harnen; Wasser lassen; strullen; pinkeln; seichen; brunzen | ↔ pisser — Uriner |
Duits