Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. module:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor module (Nederlands) in het Duits

module:

module [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de module
    der Modul
    • Modul [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de module

Vertaal Matrix voor module:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Modul module engine; programma
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Snap-In module

Verwante woorden van "module":

  • modulen, modules

Wiktionary: module

module
noun
  1. eine technische oder organisatorische Einheit, die mit anderen Einheiten zu einem höherwertigen Ganzen zusammengefügt werden kann. Auch Bauteil eines Baukastensystems