Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemelijk (Nederlands) in het Duits

gemelijk:

gemelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. gemelijk (nurks; knorrig; stuurs; wrevelig)
  2. gemelijk (slecht gehumeurd; chagrijnig; humeurig; )
    schlecht gelaunt
  3. gemelijk (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; )
    schlecht gelaunt; mürrisch; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft

Vertaal Matrix voor gemelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
launenhaft chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd barok; buiig; grillig; naargeestig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; somber; triest; troosteloos; wispelturig; zwaarmoedig
launisch chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd barok; bokkig; chagrijnig; grillig; naargeestig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; somber; triest; troosteloos; wispelturig; zwaarmoedig
mürrisch chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd brommerig; kortaf; korzelig; mopperig; naargeestig; snauwend; somber; triest; troosteloos; wrevelig; zwaarmoedig
nörgelig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
schlecht gelaunt chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd grillig; nukkig; onberekenbaar; ongenietbaar; onvoorspelbaar; slecht geluimd; wispelturig
schlechtgelaunt ohne Grund gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig
übellaunig chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd grillig; naargeestig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; somber; triest; troosteloos; wispelturig; zwaarmoedig

Verwante woorden van "gemelijk":

  • gemelijkheid, gemelijke


Computer vertaling door derden: