Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. die:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. die:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor die (Nederlands) in het Duits

die:

die bijvoeglijk naamwoord

  1. die (dit; dat; deze)
    diese; dieser; dieses
    • diese bijvoeglijk naamwoord
    • dieser bijvoeglijk naamwoord
    • dieses bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor die:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
derjenige degene; diegene
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
daß degene; die; diegene opdat; zodat
der degene; die; diegene de
derjenige degene; die; diegene
die degene; die; diegene de
eine degene; die; diegene
einer degene; die; diegene
eines degene; die; diegene hetgeen; iets; wat; welk; welke
jene degene; die; diegene
jener degene; die; diegene
jenes degene; die; diegene
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
der de
die de
diese dat; deze; die; dit deze; dit
dieser dat; deze; die; dit deze; dit
dieses dat; deze; die; dit deze; dit
einer een; eentje
eines een; eentje

Verwante woorden van "die":


Wiktionary: die


Cross Translation:
FromToVia
die jener; jene; jenes that — what is being indicated
die der; die; das that — which
die jener; der that one — specified object
die der; welcher which — (relative) who, whom, what
die der; die; das who — who (relative pronoun)

Verwante vertalingen van die



Duits

Uitgebreide vertaling voor die (Duits) in het Nederlands

die:


Vertaal Matrix voor die:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene derjenige; diejenige
diegene derjenige; diejenige
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
de das; der; die
degene daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
die daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
diegene daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de der; die
degene diejenige
die diese; dieser; dieses

Wiktionary: die

die
  1. genitief en datief vrouwelijk enkelvoud van het bepaalde lidwoord de
pronoun
  1. bepaald lidwoord

Cross Translation:
FromToVia
die dat; die that — which
die de; het the — article
die de; het the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
die het the — with a superlative
die de; het the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
die dat; wat what — nonstandard relative pronoun
die die who — who (relative pronoun)

Die:


Synoniemen voor "Die":


Verwante vertalingen van die