Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boeiend (Nederlands) in het Duits

boeiend:

boeiend bijvoeglijk naamwoord

  1. boeiend (aangrijpend; pakkend)
    eindrucksvoll; spannend; packend; interessant; ergreifend; fesselnd; uneterhaltsam
  2. boeiend (fascinerend; integrerend)
    faszinierend; interessant; spannend; integrierend; gesamt; völlig; gründlich; komplett; fesselnd; erhebend; vollständig; vollkommen; integral
  3. boeiend (sensationeel; spannend; adembenemend; )
    sensationell; ergreifend; aufsehenerregend

Vertaal Matrix voor boeiend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufsehenerregend adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend; geruchtmakend; opzienbarend
eindrucksvoll aangrijpend; boeiend; pakkend aangrijpend; fantastisch; fenomenaal; geweldig; gigantisch; groots; hartbrekend; hartverscheurend; immens; imponerend; imposant; indrukwekkend; kolossaal; ontzaggelijk; ontzagwekkend; overdonderend; overweldigend; puik; reusachtig; weids; zeer groot
ergreifend aangrijpend; adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandoenlijke; aangrijpend; beheksend; betoverend; charmant; emotioneel; genegenheid opwekkend; groots; hartbrekend; hartroerend; hartveroverend; hartverscheurend; imponerend; imposant; indrukwekkend; innemend; luisterrijk; magnifiek; meeslepend; minzaam; ontroerend; ontzagwekkend; prachtig; roerend; schitterend; zeer boeiend
erhebend boeiend; fascinerend; integrerend geestverheffend; verheffend
faszinierend boeiend; fascinerend; integrerend
fesselnd aangrijpend; boeiend; fascinerend; integrerend; pakkend aangrijpend; hartbrekend; hartverscheurend
gesamt boeiend; fascinerend; integrerend alle; fulltime; gaaf; globaal; heel; in grote lijnen; intact; integraal; volledig
gründlich boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; accuraat; betrouwbaar; conscientieus; correct; degelijk; deugdelijk; diepgaand; diepgravend; gedegen; gedetailleerd; goed; grondig; helemaal; in het geheel; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; niet oppervlakkig; precies; secuur; totaal; van goede hoedanigheid; volkomen; zorgvuldig
integral boeiend; fascinerend; integrerend integraal; volledig
integrierend boeiend; fascinerend; integrerend
interessant aangrijpend; boeiend; fascinerend; integrerend; pakkend aardig; belangwekkend; boeiende; fascinerende; interessant; wetenswaardig
komplett boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; voltallig
packend aangrijpend; boeiend; pakkend
sensationell adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend aandachttrekkend
spannend aangrijpend; boeiend; fascinerend; integrerend; pakkend aardig; belangwekkend; boeiende; fascinerende; interessant; spannende; wetenswaardig; zinderende
uneterhaltsam aangrijpend; boeiend; pakkend
vollkommen boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; ideaal; in het geheel; intact; integraal; patent; perfect; superieur; totaal; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; voortreffelijk
vollständig boeiend; fascinerend; integrerend allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; heel; helemaal; intact; integraal; totaal; volledig
völlig boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; algeheel; allemaal; alles; compleet; fulltime; grondig; heel; hele; helemaal; in het geheel; integraal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit

Verwante woorden van "boeiend":

  • boeiender, boeiendere, boeiendst, boeiendste

Synoniemen voor "boeiend":


Antoniemen van "boeiend":


Verwante definities voor "boeiend":

  1. wat je aandacht in beslag neemt1
    • ik vind dat boek erg boeiend1

Wiktionary: boeiend

boeiend
adjective
  1. anhaltendes Interesse durch positive Emotionen erzeugend
  2. kaufmannssprachlich: Erfolg versprechend
  3. Interesse beanspruchend/weckend
  4. die Aufmerksamkeit bindend
  5. ein (meist) angenehmes Gefühl des Grusels oder der gebannten Faszination erzeugend

Cross Translation:
FromToVia
boeiend na und? so what — reply of indifference
boeiend erregend; aufregend; anreizend; anregend; Erreger-; Reiz- captivant — Qui captiver.
boeiend erregend; aufregend; anreizend; anregend; Erreger-; Reiz- passionnant — Qui passionne, qui est propre à passionner.

boeien:

boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)

  1. boeien (fascineren; intrigeren)
    faszinieren; fesseln; intrigieren
    • faszinieren werkwoord (fasziniere, faszinierst, fasziniert, faszinierte, fasziniertet, fasziniert)
    • fesseln werkwoord (fessle, fesselst, fesselt, fesselte, fesseltet, gefesselt)
    • intrigieren werkwoord (intrigiere, intrigierst, intrigiert, intrigierte, intrigiertet, intrigiert)
  2. boeien (ketenen; binden; kluisteren)
    ketten; verketten; aneinanderreihen
    • ketten werkwoord (kette, kettest, kettet, kettete, kettetet, gekettet)
    • verketten werkwoord (verkette, verkettest, verkettet, verkettete, verkettetet, verkettet)
    • aneinanderreihen werkwoord
  3. boeien (aandacht vasthouden; gekluisterd zitten)
    Aufmerksamkeit festhalten; fesseln

Conjugations for boeien:

o.t.t.
  1. boei
  2. boeit
  3. boeit
  4. boeien
  5. boeien
  6. boeien
o.v.t.
  1. boeide
  2. boeide
  3. boeide
  4. boeiden
  5. boeiden
  6. boeiden
v.t.t.
  1. heb geboeid
  2. hebt geboeid
  3. heeft geboeid
  4. hebben geboeid
  5. hebben geboeid
  6. hebben geboeid
v.v.t.
  1. had geboeid
  2. had geboeid
  3. had geboeid
  4. hadden geboeid
  5. hadden geboeid
  6. hadden geboeid
o.t.t.t.
  1. zal boeien
  2. zult boeien
  3. zal boeien
  4. zullen boeien
  5. zullen boeien
  6. zullen boeien
o.v.t.t.
  1. zou boeien
  2. zou boeien
  3. zou boeien
  4. zouden boeien
  5. zouden boeien
  6. zouden boeien
en verder
  1. ben geboeid
  2. bent geboeid
  3. is geboeid
  4. zijn geboeid
  5. zijn geboeid
  6. zijn geboeid
diversen
  1. boei!
  2. boeit!
  3. geboeid
  4. boeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

boeien [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de boeien (handboeien; handijzers)
    die Fessel; die HAndschellen

Vertaal Matrix voor boeien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fessel boeien; handboeien; handijzers aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketenen; ketting; kluister; kluisters; knevels
HAndschellen boeien; handboeien; handijzers
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufmerksamkeit festhalten aandacht vasthouden; boeien; gekluisterd zitten
aneinanderreihen binden; boeien; ketenen; kluisteren aaneenschakelen; bijeen voegen; combineren; een combinatie maken; koppelen; samenkoppelen; samenvoegen; verbinden
faszinieren boeien; fascineren; intrigeren obsederen
fesseln aandacht vasthouden; boeien; fascineren; gekluisterd zitten; intrigeren aanhouden; arresteren; buitmaken; gevangennemen; in hechtenis nemen; inrekenen; obsederen; oppakken; vangen; vastbinden; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; vastsjorren; vatten
intrigieren boeien; fascineren; intrigeren intrigeren; konkelen; kuipen; obsederen
ketten binden; boeien; ketenen; kluisteren aaneenschakelen; in de val laten lopen; koppelen; samenvoegen; strikken; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; verbinden
verketten binden; boeien; ketenen; kluisteren aaneenschakelen; bijeen voegen; combineren; ineenvlechten; koppelen; samenkoppelen; samenvoegen; verbinden; vervlechten; verweven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intrigieren intrigerend

Verwante woorden van "boeien":


Wiktionary: boeien

boeien
verb
  1. kluisteren
  2. fascineren
boeien
verb
  1. jemanden stark beeindrucken, für sich einnehmen
  2. jemanden (an etwas) festbinden und damit bewegungsunfähig machen
  3. fesselnde Wirkung haben

Cross Translation:
FromToVia
boeien Fußschellen fetter — object used to bind a person or animal by its legs
boeien Handschellen shackles — paired wrist or ankle restraints

Verwante vertalingen van boeiend