Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vervuild:
  2. vervuilen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervuild (Nederlands) in het Duits

vervuild:

vervuild bijvoeglijk naamwoord

  1. vervuild
    verschmutzt

Vertaal Matrix voor vervuild:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verschmutzt vervuild bepleisterd

Wiktionary: vervuild


Cross Translation:
FromToVia
vervuild abgestanden; schal stale — having lost its freshness

vervuilen:

vervuilen werkwoord (vervuil, vervuilt, vervuilde, vervuilden, vervuild)

  1. vervuilen (verontreinigen)
    verunreinigen; verschmutzen; beschmutzen
    • verunreinigen werkwoord (verunreinige, verunreinigst, verunreinigt, verunreinigte, verunreinigtet, vereinigt)
    • verschmutzen werkwoord (verschmutze, verschmutzt, verschmutzte, verschmutztet, verschmutzt)
    • beschmutzen werkwoord (beschmutze, beschmutzt, beschmutzte, beschmutztet, beschmutzt)

Conjugations for vervuilen:

o.t.t.
  1. vervuil
  2. vervuilt
  3. vervuilt
  4. vervuilen
  5. vervuilen
  6. vervuilen
o.v.t.
  1. vervuilde
  2. vervuilde
  3. vervuilde
  4. vervuilden
  5. vervuilden
  6. vervuilden
v.t.t.
  1. heb vervuild
  2. hebt vervuild
  3. heeft vervuild
  4. hebben vervuild
  5. hebben vervuild
  6. hebben vervuild
v.v.t.
  1. had vervuild
  2. had vervuild
  3. had vervuild
  4. hadden vervuild
  5. hadden vervuild
  6. hadden vervuild
o.t.t.t.
  1. zal vervuilen
  2. zult vervuilen
  3. zal vervuilen
  4. zullen vervuilen
  5. zullen vervuilen
  6. zullen vervuilen
o.v.t.t.
  1. zou vervuilen
  2. zou vervuilen
  3. zou vervuilen
  4. zouden vervuilen
  5. zouden vervuilen
  6. zouden vervuilen
diversen
  1. vervuil!
  2. vervuilt!
  3. vervuild
  4. vervuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vervuilen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschmutzen verontreinigen; vervuilen afgeven; bedoezelen; bevlekken; bevuilen; kladden; knoeien; morsen; smetten; vies maken; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken
verschmutzen verontreinigen; vervuilen kladden; knoeien; morsen; viesmaken; vlekken; vuilmaken
verunreinigen verontreinigen; vervuilen bevuilen; kladden; knoeien; morsen; vies maken; viesmaken; vlekken; vuil maken; vuilmaken

Synoniemen voor "vervuilen":


Antoniemen van "vervuilen":


Verwante definities voor "vervuilen":

  1. het vuil maken1
    • het water in de grachten is ernstig vervuild1

Wiktionary: vervuilen

vervuilen
verb
  1. bezoedelen met verontreinigingen