Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verbeteren:
-
Wiktionary:
- verbeteren → verbessern, korrigieren
- verbeteren → berichtigen, verbessern, ausbessern, korrigieren, richtigstellen, nachregeln, optimieren, bessern, veredeln, besser machen, düngen, wiederherstellen, wieder gutmachen, wieder verbessern, befreien, entledigen, erledigen, freilassen, frei machen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verbeteren (Nederlands) in het Duits
verbeteren:
-
verbeteren (corrigeren)
verbessern; korrigieren; aufbessern; berichtigen; bessern-
aufbessern werkwoord (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
verbeteren (progressie maken; beter worden; vooruitgang boeken)
-
verbeteren (corrigeren; herstellen; bijwerken; goedmaken; beteren; repareren; herzien; renoveren)
korrigieren; verbessern; bessern; ergänzen; aufbessern; ausbessern; erneuern; vervollkommnen; ausbauen; berichtigen; abhelfen; renovieren-
aufbessern werkwoord (bessere auf, besserst auf, bessert auf, besserte auf, bessertet auf, aufgebessert)
-
ausbessern werkwoord (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
-
vervollkommnen werkwoord (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
-
verbeteren (renoveren; hernieuwen; herstellen; vernieuwen)
erneuern; herstellen; wiederherstellen; renovieren; neugestalten; restaurieren; wiederaufbauen-
wiederherstellen werkwoord (herstelle wieder, herstellst wieder, herstellt wieder, herstellte wieder, herstelltet wieder, wiederherstellt)
-
neugestalten werkwoord (gestalte neu, gestaltest neu, gestaltet neu, gestaltete neu, gestaltetet neu, neugestaltet)
-
restaurieren werkwoord (restauriere, restaurierst, restauriert, restaurierte, restauriertet, restauriert)
-
wiederaufbauen werkwoord (baue wieder auf, baust wieder auf, baut wieder auf, baute wieder auf, bautet wieder auf, wiederaufgebaut)
Conjugations for verbeteren:
o.t.t.
- verbeter
- verbetert
- verbetert
- verbeteren
- verbeteren
- verbeteren
o.v.t.
- verbeterde
- verbeterde
- verbeterde
- verbeterden
- verbeterden
- verbeterden
v.t.t.
- heb verbeterd
- hebt verbeterd
- heeft verbeterd
- hebben verbeterd
- hebben verbeterd
- hebben verbeterd
v.v.t.
- had verbeterd
- had verbeterd
- had verbeterd
- hadden verbeterd
- hadden verbeterd
- hadden verbeterd
o.t.t.t.
- zal verbeteren
- zult verbeteren
- zal verbeteren
- zullen verbeteren
- zullen verbeteren
- zullen verbeteren
o.v.t.t.
- zou verbeteren
- zou verbeteren
- zou verbeteren
- zouden verbeteren
- zouden verbeteren
- zouden verbeteren
diversen
- verbeter!
- verbetert!
- verbeterd
- verbeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verbeteren
die Verbesserung
Vertaal Matrix voor verbeteren:
Synoniemen voor "verbeteren":
Antoniemen van "verbeteren":
Verwante definities voor "verbeteren":
Wiktionary: verbeteren
verbeteren
Cross Translation:
verb
verbeteren
-
(iets) beter maken, de kwaliteit verhogen
- verbeteren → verbessern
-
van fouten ontdoen
- verbeteren → verbessern; korrigieren
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: