Nederlands

Uitgebreide vertaling voor naleven (Nederlands) in het Duits

naleven:

naleven werkwoord (leef na, leeft na, leefde na, leefden na, nageleefd)

  1. naleven
    befolgen
    • befolgen werkwoord (befolge, befolgst, befolgt, befolgte, befolgtet, befolgt)

Conjugations for naleven:

o.t.t.
  1. leef na
  2. leeft na
  3. leeft na
  4. leven na
  5. leven na
  6. leven na
o.v.t.
  1. leefde na
  2. leefde na
  3. leefde na
  4. leefden na
  5. leefden na
  6. leefden na
v.t.t.
  1. heb nageleefd
  2. hebt nageleefd
  3. heeft nageleefd
  4. hebben nageleefd
  5. hebben nageleefd
  6. hebben nageleefd
v.v.t.
  1. had nageleefd
  2. had nageleefd
  3. had nageleefd
  4. hadden nageleefd
  5. hadden nageleefd
  6. hadden nageleefd
o.t.t.t.
  1. zal naleven
  2. zult naleven
  3. zal naleven
  4. zullen naleven
  5. zullen naleven
  6. zullen naleven
o.v.t.t.
  1. zou naleven
  2. zou naleven
  3. zou naleven
  4. zouden naleven
  5. zouden naleven
  6. zouden naleven
diversen
  1. leef na!
  2. leeft na!
  3. nageleefd
  4. nalevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor naleven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befolgen naleven gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren

Verwante definities voor "naleven":

  1. je eraan houden1
    • de regels worden niet nageleefd1