Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezelschap (Nederlands) in het Duits

gezelschap:

gezelschap [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gezelschap (groep mensen)
    die Schar; die Gruppe von Menschen; der Trupp
  2. het gezelschap (aantal personen bijeen; groep)
    die Gruppe; die Gesellschaft; die Klasse; die Gemeinde; die Schar; die Begleitung; Ensemble; der Stamm; der Schub; die Horde; der Trupp
    • Gruppe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesellschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Klasse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemeinde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schar [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Begleitung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ensemble [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Stamm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schub [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Horde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Trupp [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. het gezelschap (sociëteit; soos)
    der Klub; die Gesellschaft; die Sozietät; der Geselligkeitsverein; der Verein; die Einigung; die Genossenschaft
  4. het gezelschap (toneelgezelschap; ensemble; theaterensemble; groep; theatergroep)
    die Theatergesellschaft; Ensemble; die Theatergruppe; Theaterensemble

Vertaal Matrix voor gezelschap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Begleitung aantal personen bijeen; gezelschap; groep begeleiding; escorte; geleide; stoet; vergezellen; volgstoet
Einigung gezelschap; sociëteit; soos afdoening; afhandeling; akkoord; associatie; cirkel; coalitie; compromis; gemeenschappelijkheid; kring; overeenkomst; regeling; schikking; unie; verbond; vereffening; vergelijk
Ensemble aantal personen bijeen; ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap ensemble; ensemble kleding
Gemeinde aantal personen bijeen; gezelschap; groep gemeente; gemeenten; kerk; kerkgemeenschap; parochie
Genossenschaft gezelschap; sociëteit; soos akkoord; ambachtsgilde; band; bedrijf; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; coöperatie; federatie; firma; genootschap; gilde; handelsbedrijf; handelshuis; liga; maatschap; maatschappij; onderneming; orde; organisatie; pact; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vennootschap; verbond; verdrag; vereniging
Geselligkeitsverein gezelschap; sociëteit; soos bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
Gesellschaft aantal personen bijeen; gezelschap; groep; sociëteit; soos Mij; ambachtsgilde; bedrijf; bond; broederschap; club; concern; genootschap; gilde; maatschappij; onderneming; orde; organisatie; samenleving; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vennootschap; vereniging
Gruppe aantal personen bijeen; gezelschap; groep ambachtsgilde; bond; club; clubje; distributiegroep; distributielijst; gilde; groep; groep contactpersonen; orde; organisatie; partij; ploeg; societiet; soos; team; unie; vakgenootschap; vereniging; werkgroep
Gruppe von Menschen gezelschap; groep mensen
Horde aantal personen bijeen; gezelschap; groep allegaartje; bende; clan; drom; hoop; horde; kudde; massa; mengelmoes; menigte; meute; samenraapsel; schaar; schare; troep
Klasse aantal personen bijeen; gezelschap; groep categorie; classificatie; klas; klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; schooljaar; schoolklas; slag; sociale groep; stand
Klub gezelschap; sociëteit; soos ambachtsgilde; bond; broederschap; cirkel; club; coöperatie; genootschap; gilde; golfclub; golfstick; golfstok; kring; orde; organisatie; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
Schar aantal personen bijeen; gezelschap; groep; groep mensen allegaartje; bende; cohort; drom; groep; hoop; horde; kudde; massa; mengelmoes; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; samenraapsel; schaar; schare; toeloop; troep
Schub aantal personen bijeen; gezelschap; groep aandrijving; karrenvracht; stuwkracht; voortstuwing
Sozietät gezelschap; sociëteit; soos
Stamm aantal personen bijeen; gezelschap; groep boomstam; etymon; hoofdmap; phylum; stam; stamverband; stamvorm; stamwoord; volksstam
Theaterensemble ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
Theatergesellschaft ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
Theatergruppe ensemble; gezelschap; groep; theaterensemble; theatergroep; toneelgezelschap
Trupp aantal personen bijeen; gezelschap; groep; groep mensen drom; groep; horde; kudde; massa; menigte; mensenmassa; oploopje; samenkomst; schaar; schare; toeloop; troep
Verein gezelschap; sociëteit; soos ambachtsgilde; bond; broederschap; cirkel; club; coöperatie; genootschap; gilde; kring; orde; organisatie; samenwerkingsverband; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Klasse klasse; objectklasse

Verwante woorden van "gezelschap":

  • gezelschappen

Verwante definities voor "gezelschap":

  1. groep mensen die samen iets doen1
    • het gezelschap ging de Zaanse Schans bekijken1
  2. het samenzijn met anderen1
    • wie houdt oma vanavond gezelschap?1

Wiktionary: gezelschap

gezelschap
noun
  1. Gruppe von Personen, Personenkreis, Milieu

Cross Translation:
FromToVia
gezelschap Gesellschaft company — group of individuals with a common purpose
gezelschap Gesellschaft company — companionship
gezelschap Haufen crew — informal: social group, gang
gezelschap Gesellschaft society — group of persons who meet from time to time to engage in a common interest
gezelschap Gesellschaft society — people of one’s country or community as a whole
gezelschap Kreis; Bezirk; Runde; Kreislinie cercle — géométrie|fr Dans un plan euclidien, lieu de tous les points équidistants d’un point donné appelé le centre du cercle. La distance au centre s’appelle le rayon.
gezelschap Rotte; Gesellschaft; Kompagnie compagnieréunion de plusieurs personnes assemblées pour le plaisir d’être en société.
gezelschap Bezirk; Kreis; Runde rondcercle, forme circulaire.
gezelschap Bezirk; Kreis; Runde; Ronde rondesurveillance ; tour de garde.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gezelschap