Nederlands

Uitgebreide vertaling voor del (Nederlands) in het Duits

del:

del [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de del (slet; totebel; lellebel; snol)
    die Schlampe; die Nutte; die Horizontale; leichtes Mädchen; die Dirne; die Schnalle; Straßenmädchen; die Hure; Strichmädchen
  2. de del (duinvallei; duinpan)
    der Dünenkessel

Vertaal Matrix voor del:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dirne del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; huppelkutje; lichtekooi; prostituee; troela
Dünenkessel del; duinpan; duinvallei
Horizontale del; lellebel; slet; snol; totebel
Hure del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; huppelkutje; lichtekooi; prostituee; troela
Nutte del; lellebel; slet; snol; totebel huppelkutje; troela
Schlampe del; lellebel; slet; snol; totebel hoer; hoertje; huppelkutje; prostituee; slodder; slodderkous; sloddervos; sloerie; slons; troela
Schnalle del; lellebel; slet; snol; totebel gesp
Straßenmädchen del; lellebel; slet; snol; totebel
Strichmädchen del; lellebel; slet; snol; totebel
leichtes Mädchen del; lellebel; slet; snol; totebel huppelkutje; troela

Verwante woorden van "del":


Verwante definities voor "del":

  1. ordinaire vrouw die mannen versiert1
    • zijn dochter is een echte del1

Wiktionary: del

del
noun
  1. ordinaire vrouw

Cross Translation:
FromToVia
del Flittchen floozie — vulgar or sexually promiscuous woman
del Schlampe slag — a woman (sometimes a man) who has loose morals relating to sex