Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. slaapwandelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaapwandelen (Nederlands) in het Duits

slaapwandelen:

slaapwandelen werkwoord (wandel slaap, wandelt slaap, wandelde slaap, wandelden slaap, slaap gewandeld)

  1. slaapwandelen
    schlafwandeln
    • schlafwandeln werkwoord (schlafwandele, schlafwandelst, schlafwandelt, schlafwandelte, schlafwandeltet, schlafgewandelt)

Conjugations for slaapwandelen:

o.t.t.
  1. wandel slaap
  2. wandelt slaap
  3. wandelt slaap
  4. wandelen slaap
  5. wandelen slaap
  6. wandelen slaap
o.v.t.
  1. wandelde slaap
  2. wandelde slaap
  3. wandelde slaap
  4. wandelden slaap
  5. wandelden slaap
  6. wandelden slaap
v.t.t.
  1. heb slaap gewandeld
  2. hebt slaap gewandeld
  3. heeft slaap gewandeld
  4. hebben slaap gewandeld
  5. hebben slaap gewandeld
  6. hebben slaap gewandeld
v.v.t.
  1. had slaap gewandeld
  2. had slaap gewandeld
  3. had slaap gewandeld
  4. hadden slaap gewandeld
  5. hadden slaap gewandeld
  6. hadden slaap gewandeld
o.t.t.t.
  1. zal slaapwandelen
  2. zult slaapwandelen
  3. zal slaapwandelen
  4. zullen slaapwandelen
  5. zullen slaapwandelen
  6. zullen slaapwandelen
o.v.t.t.
  1. zou slaapwandelen
  2. zou slaapwandelen
  3. zou slaapwandelen
  4. zouden slaapwandelen
  5. zouden slaapwandelen
  6. zouden slaapwandelen
en verder
  1. ben slaap gewandeld
  2. bent slaap gewandeld
  3. is slaap gewandeld
  4. zijn slaap gewandeld
  5. zijn slaap gewandeld
  6. zijn slaap gewandeld
diversen
  1. wandel slaap!
  2. wandelt slaap!
  3. slaap gewandeld
  4. slaap wandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

slaapwandelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. slaapwandelen
    Schlafwandeln

Vertaal Matrix voor slaapwandelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlafwandeln slaapwandelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schlafwandeln slaapwandelen

Wiktionary: slaapwandelen


Cross Translation:
FromToVia
slaapwandelen Schlafwandeln; Somnambulismus; Somnambulie sleepwalking — act of walking while not conscious or aware of it
slaapwandelen Schlafwandeln; Somnambulismus; Somnambulie somnambulism — sleepwalking