Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: seizoenarbeider

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: seizoenarbeider

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

seizoenarbeider:
- Saisonarbeiter
Wiktionary:
- seizoenarbeider → Saisonarbeiter

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor seizoenarbeider (Nederlands) in het Duits

seizoenarbeider:

seizoenarbeider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de seizoenarbeider (seizoenswerker)
der Saisonarbeiter
- Saisonarbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor seizoenarbeider:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Saisonarbeiter	seizoenarbeider; seizoenswerker

Verwante woorden van "seizoenarbeider":

seizoenarbeiders

Wiktionary: seizoenarbeider

seizoenarbeider

noun

arbeider in een seizoenbedrijf
- seizoenarbeider → Saisonarbeiter