Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: samenscholing

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: samenscholing

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

samenscholing:
- Ansammlung; Zusammenrottung
Wiktionary:
- samenscholing → Versammlung, Anhäufung, Ansammlung, Akkumulation, Anhäufen, Ansammeln

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor samenscholing (Nederlands) in het Duits

samenscholing:

samenscholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de samenscholing (accumulatie; groep; bende; troep; hoop)
die Ansammlung; die Zusammenrottung
- Ansammlung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenrottung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor samenscholing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ansammlung	accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep	accumulatie; bijeenbrenging; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling
Zusammenrottung	accumulatie; bende; groep; hoop; samenscholing; troep

Verwante woorden van "samenscholing":

samenscholingen

Wiktionary: samenscholing

Cross Translation:

From	To	Via
• samenscholing	→ Versammlung	↔ congregation — A large gathering of people
• samenscholing	→ Anhäufung; Ansammlung; Akkumulation; Anhäufen; Ansammeln	↔ accumulation — action d’accumuler, en parlant des choses physiques et les choses morales.

Computer vertaling door derden: