Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- punteren:
-
Wiktionary:
- punteren → punktieren, ausschütten, streuen, verschütten, zerstreuen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor punteren (Nederlands) in het Duits
punteren:
-
punteren
Vertaal Matrix voor punteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anspitzen | toespitsing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anschärfen | punteren | aanscherpen; aanspitsen |
anspitzen | punteren | aanpunten; aanscherpen; aanslijpen; aanspitsen; iemand opstoken; opjutten; opzetten; slijpen; spitsen |
Wiktionary: punteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• punteren | → punktieren; ausschütten; streuen; verschütten; zerstreuen | ↔ parsemer — semer ou jeter çà et là ; répandre. |
Computer vertaling door derden: