Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. misgunnen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor misgunnen (Nederlands) in het Duits

misgunnen:

misgunnen werkwoord (misgun, misgunt, misgunde, misgunden, misgund)

  1. misgunnen (niet gunnen)
    mißgönnen
    • mißgönnen werkwoord (mißgönne, mißgönnst, mißgönnt, mißgönnte, mißgönntet, mißgönnt)

Conjugations for misgunnen:

o.t.t.
  1. misgun
  2. misgunt
  3. misgunt
  4. misgunnen
  5. misgunnen
  6. misgunnen
o.v.t.
  1. misgunde
  2. misgunde
  3. misgunde
  4. misgunden
  5. misgunden
  6. misgunden
v.t.t.
  1. heb misgund
  2. hebt misgund
  3. heeft misgund
  4. hebben misgund
  5. hebben misgund
  6. hebben misgund
v.v.t.
  1. had misgund
  2. had misgund
  3. had misgund
  4. hadden misgund
  5. hadden misgund
  6. hadden misgund
o.t.t.t.
  1. zal misgunnen
  2. zult misgunnen
  3. zal misgunnen
  4. zullen misgunnen
  5. zullen misgunnen
  6. zullen misgunnen
o.v.t.t.
  1. zou misgunnen
  2. zou misgunnen
  3. zou misgunnen
  4. zouden misgunnen
  5. zouden misgunnen
  6. zouden misgunnen
diversen
  1. misgun!
  2. misgunt!
  3. misgund
  4. misgunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor misgunnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mißgönnen misgunnen; niet gunnen

Wiktionary: misgunnen


Cross Translation:
FromToVia
misgunnen missgönnen grudge — to be unwilling to give
misgunnen beneiden; neidisch sein; neidisch sein auf; mißgönnen; neiden envierdésirer pour soi les avantages d’autrui.