Nederlands
Uitgebreide vertaling voor klauteren (Nederlands) in het Duits
klauteren:
-
klauteren
Conjugations for klauteren:
o.t.t.
- klauter
- klautert
- klautert
- klauteren
- klauteren
- klauteren
o.v.t.
- klauterde
- klauterde
- klauterde
- klauterden
- klauterden
- klauterden
v.t.t.
- heb geklauterd
- hebt geklauterd
- heeft geklauterd
- hebben geklauterd
- hebben geklauterd
- hebben geklauterd
v.v.t.
- had geklauterd
- had geklauterd
- had geklauterd
- hadden geklauterd
- hadden geklauterd
- hadden geklauterd
o.t.t.t.
- zal klauteren
- zult klauteren
- zal klauteren
- zullen klauteren
- zullen klauteren
- zullen klauteren
o.v.t.t.
- zou klauteren
- zou klauteren
- zou klauteren
- zouden klauteren
- zouden klauteren
- zouden klauteren
en verder
- ben geklauterd
- bent geklauterd
- is geklauterd
- zijn geklauterd
- zijn geklauterd
- zijn geklauterd
diversen
- klauter!
- klautert!
- geklauterd
- klauterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor klauteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klettern | klauteren | klimmen; omhoog gaan; omhoogklimmen; omhoogstijgen; opklauteren; opklimmen; stijgen |
steigen | klauteren | aanwassen; afstappen; bouwen; construeren; de hort op gaan; klimmen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; omlaagstappen; opdagen; opduiken; opgaan; opkomen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opzitten; rijzen; stappen; stijgen; uitgaan; verschijnen |
Wiktionary: klauteren
Verwante vertalingen van klauteren
Duits
Uitgebreide vertaling voor klauteren (Duits) in het Nederlands
klauteren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- klauen: stelen; pikken; vervreemden; jatten; inpikken; ontvreemden; wegkapen; gappen; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; afnemen; wegnemen; plunderen; ontnemen; kapen; toeëigenen; roven; ontfutselen; benemen; verdonkeren; wegpakken; leegstelen; achterhouden; verduisteren; wegfutselen; onteigenen; meepikken; snaaien; graantje meepikken; weggraaien
- Ren: rendier