Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- kaartje:
-
Wiktionary:
- kaartje → Fahrschein
- kaartje → Ticket, Karte, Eintrittskarte, Schein, Kartei, Karteikarte, Stecker, Zettel, Coupon, Zinsabschnitt, Billett, Fahrkarte, Briefchen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kaartje (Nederlands) in het Duits
kaartje:
-
het kaartje (toegangsbewijs; ticket; plaatsbewijs; kaart; entreebiljet)
Vertaal Matrix voor kaartje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Eintrittskarte | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | |
Karte | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | kaart; keuze-item; landkaart; menu; menukaart; plattegrond; speelkaart; spijskaart; toewijzing |
Platzkarte | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs |
Wiktionary: kaartje
kaartje
Cross Translation:
noun
-
ein Schein, der zur Nutzung öffentlicher Verkehrsmittel berechtigt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kaartje | → Ticket; Karte; Eintrittskarte; Schein | ↔ ticket — admission to entertainment |
• kaartje | → Kartei; Karteikarte; Stecker; Zettel | ↔ fiche — Action de ficher, d’enfoncer ; quantité dont on enfonce dans le sol un pieu de fondation. |
• kaartje | → Coupon; Zinsabschnitt; Billett; Fahrkarte; Karte; Ticket; Schein; Briefchen | ↔ ticket — billet donnant droit à un accès |