Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. indringer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indringer (Nederlands) in het Duits

indringer:

indringer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de indringer (binnendringer; insluiper)
    der Eindringling; der Fremdkörper; der Einbrecher; der Einschleicher; der Infiltrant; der Zudringling

Vertaal Matrix voor indringer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einbrecher binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; rover; spion
Eindringling binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; spion
Einschleicher binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; infiltrant; spion
Fremdkörper binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; infiltrant; spion
Infiltrant binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; infiltrant; spion
Zudringling binnendringer; indringer; insluiper binnendringer; infiltrant; spion

Verwante woorden van "indringer":

  • indringers

Wiktionary: indringer


Cross Translation:
FromToVia
indringer Eindringling interloper — one who interferes
indringer Eindringling intruder — someone who intrudes
indringer Erobererin; Eroberer; Eindringling invader — one who invades; an assailant; an encroacher; an intruder