Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. huiskat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huiskat (Nederlands) in het Duits

huiskat:

huiskat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huiskat (kat)
    die Katze; die Hauskatze
    • Katze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hauskatze [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huiskat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hauskatze huiskat; kat
Katze huiskat; kat kat; poes

Wiktionary: huiskat

huiskat
noun
  1. Zoologie: Katze, die in Kontakt mit Menschen lebt

Cross Translation:
FromToVia
huiskat Kätzin; Kater; Katze; Pantoffeltiger cat — domestic species
huiskat Katze; Kater chat — Chat domestique