Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. haakje:
  2. haak:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haakje (Nederlands) in het Duits

haakje:

haakje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het haakje (ophanghaakje)
    der Haken
    • Haken [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haakje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Haken haakje; ophanghaakje angel; gifangel; haak; ophanghaak; vishaak; weerhaak

Verwante woorden van "haakje":


Wiktionary: haakje

haakje
noun
  1. een leesteken

Cross Translation:
FromToVia
haakje runde Klammer bracket — "(" and ")"
haakje Agraffe; Spange; Häkchen; Klammer; Heftel; Drahthaken; Falz agrafe — Sorte de crochet qui passer dans un anneau appeler porte et qui sert à attacher ensemble différentes choses.
haakje Agraffe; Spange; Häkchen; Klammer; Heftel; Drahthaken; Falz fermoir — Sorte de fermeture, serrure ou ressort s’appliquer à certains objets, tels que livres, colliers, bracelets, médaillons, coffrets, etc.
haakje Klammer; Krampe parenthèse — incise dans la phrase

haak:

haak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haak (ophanghaak)
    der Haken; der Aufhänger
    • Haken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufhänger [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de haak (tekenhaak)
    die Anschlagwinkel; die Reißschiene

Vertaal Matrix voor haak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschlagwinkel haak; tekenhaak
Aufhänger haak; ophanghaak kleerhanger; knaapje; ophanghaken; ophangvoorziening
Haken haak; ophanghaak angel; gifangel; haakje; ophanghaakje; vishaak; weerhaak
Reißschiene haak; tekenhaak

Verwante woorden van "haak":


Verwante definities voor "haak":

  1. omgebogen voorwerp waar je iets aan kunt hangen1
    • hang je jas maar op de haak van de kapstok1

Wiktionary: haak

haak
noun
  1. een soort gebogen nagel, waaraan men, als deze in de muur bevestigd is, voorwerpen kan ophangen
haak
noun
  1. geschwungen oder eckig gekrümmte Vorrichtung zum Aufhängen oder Einhaken von Objekten, meist aus Metall, Holz oder Kunststoff geformt.

Cross Translation:
FromToVia
haak Spange; Griff clasp — fastener or holder
haak Haken hook — rod bent into a curved shape
haak Haken; Angelhaken hook — fishhook
haak Haken; Angel; Häkeln; Abstecher crochet — Petit morceau de métal recourbé servant à accrocher ou attacher quelque chose.