Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gemoedsgesteldheid:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemoedsgesteldheid (Nederlands) in het Duits

gemoedsgesteldheid:

gemoedsgesteldheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemoedsgesteldheid (inborst; temperament; gemoedsaard)
    der Charakter; Temperament; die Natur; Wesen; die Art; Gemüt; die Gemütsart; die Sinnesart
    • Charakter [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Temperament [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Natur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Wesen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Art [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemüt [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemütsart [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Sinnesart [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gemoedsgesteldheid (humeur; stemming; gemoedsstemming; gemoedstoestand; bui)
    der Laune; der Gemutszustand
  3. de gemoedsgesteldheid (psychische toestand; instelling; stemming)
    der Gemütszustand; die Geistesverfassung; die Gemütslage

Vertaal Matrix voor gemoedsgesteldheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Art gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheid; gemoed; genre; gesteldheid; handelwijze; hoedanigheid; inborst; inslag; karakter; kwaliteit; manier; mentaliteit; methode; natuur; procedure; ras; slag; soort; stam; trant; type; volksstam; wijs; wijze
Charakter gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheden; geaardheid; gemoed; inborst; inborsten; inslag; karakter; karakters; letters; mentaliteit; natuur; persoonlijkheid
Geistesverfassung gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming geestesgesteldheid; psychische toestand
Gemutszustand bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming
Gemüt gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aanvoelen; aard; feeling; geaardheid; gemoed; gevoel; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
Gemütsart gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
Gemütslage gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming geestesgesteldheid; psychische toestand
Gemütszustand gemoedsgesteldheid; instelling; psychische toestand; stemming geestesgesteldheid; gesteldheid; positie; psychische toestand; staat; toestand
Laune bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; stemming bui; gril; impuls; kuur; luim; nuk; opwelling; prikkel
Natur gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
Sinnesart gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
Temperament gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament
Wesen gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament aard; essentie; figuur; geaardheid; gemoed; iemand; inborst; individu; inslag; karakter; kern; mens; mensenkind; mentaliteit; midden; natuur; personage; persoon; sterveling; wezen

Wiktionary: gemoedsgesteldheid


Cross Translation:
FromToVia
gemoedsgesteldheid Humor; Laune; Stimmung humeur — (vieilli) Toute substance liquide qui se trouver dans un organisme.