Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ander:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ander:
  2. an der:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ander (Nederlands) in het Duits

ander:

ander bijvoeglijk naamwoord

  1. ander (iemand anders)
    – niet dezelfde persoon of zaak 1
    ander; jemand anderes
  2. ander
    – niet hetzelfde of dezelfde 1
    ander
    • ander bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ander:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ander ander
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ander ander; iemand anders
jemand anderes ander; iemand anders

Antoniemen van "ander":


Verwante definities voor "ander":

  1. niet dezelfde persoon of zaak1
    • luister maar niet naar wat een ander zegt1
  2. niet hetzelfde of dezelfde1
    • ik koop een ander woordenboek1

Wiktionary: ander

ander
adjective
  1. niet deze

Cross Translation:
FromToVia
ander andere other — not the one
ander andere other — not the one referred to

Verwante vertalingen van ander



Duits

Uitgebreide vertaling voor ander (Duits) in het Nederlands

ander:

ander bijvoeglijk naamwoord

  1. ander (jemand anderes)
    ander
    – niet dezelfde persoon of zaak 1
    • ander bijvoeglijk naamwoord
      • luister maar niet naar wat een ander zegt1
    iemand anders

ander bijvoeglijk naamwoord

  1. ander
    ander
    – niet hetzelfde of dezelfde 1
    • ander bijvoeglijk naamwoord
      • ik koop een ander woordenboek1

Vertaal Matrix voor ander:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ander ander; jemand anderes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand anders ander; jemand anderes

Wiktionary: ander

ander
adjective
  1. niet deze

an der:

an der bijvoeglijk naamwoord

  1. an der (bei; beim; am; )
    bij de
    • bij de bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor an der:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij de am; an; an der; bei; bei der; beim; zu; zum; zur