Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verprutsen:
-
Wiktionary:
- verprutsen → pfuschen, verpfuschen, vermurksen, ruinieren, verderben, massakrieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verprutsen (Nederlands) in het Duits
verprutsen:
-
verprutsen
Conjugations for verprutsen:
o.t.t.
- verpruts
- verprutst
- verprutst
- verprutsen
- verprutsen
- verprutsen
o.v.t.
- verprutste
- verprutste
- verprutste
- verprutsten
- verprutsten
- verprutsten
v.t.t.
- heb verprutst
- hebt verprutst
- heeft verprutst
- hebben verprutst
- hebben verprutst
- hebben verprutst
v.v.t.
- had verprutst
- had verprutst
- had verprutst
- hadden verprutst
- hadden verprutst
- hadden verprutst
o.t.t.t.
- zal verprutsen
- zult verprutsen
- zal verprutsen
- zullen verprutsen
- zullen verprutsen
- zullen verprutsen
o.v.t.t.
- zou verprutsen
- zou verprutsen
- zou verprutsen
- zouden verprutsen
- zouden verprutsen
- zouden verprutsen
diversen
- verpruts!
- verprutst!
- verprutst
- verprutsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verprutsen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verpfuschen | verprutsen | bederven; verdoen; vergallen; verhaspelen; verknoeien; verpesten; verspillen |
vertun | verprutsen | verbeuzelen; verboemelen; verbrassen; verdoen; vergieten; verknoeien; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verlummelen; verspillen |
Wiktionary: verprutsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verprutsen | → pfuschen; verpfuschen; vermurksen | ↔ botch — to perform (a task) in an unacceptable or incompetent manner |
• verprutsen | → ruinieren; verderben | ↔ spoil — ruin |
• verprutsen | → pfuschen | ↔ gâcher — maçonnerie|fr délayer du plâtre, du mortier avec de l’eau. |
• verprutsen | → massakrieren | ↔ massacrer — tuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas. |