Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. streep:
  2. strepen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor streep (Nederlands) in het Duits

streep:

streep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de streep (lijn; linie)
    die Linie; der Strich
    • Linie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Strich [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor streep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Linie lijn; linie; streep begin-steepje; gelid; lijn; lijntje; rij; schreef; streepje
Strich lijn; linie; streep begin-steepje; haal; kras; kwaststreek; lijn; pennekras; schreef
- lijn

Verwante woorden van "streep":


Synoniemen voor "streep":


Verwante definities voor "streep":

  1. verbinding tussen twee punten op een ondergrond1
    • er liep een witte streep over het midden van de weg1

Wiktionary: streep

streep
noun
  1. een min of meer rechte getrokken lijn of lijnstuk
  2. iemand over de streep trekken

Cross Translation:
FromToVia
streep Linie line — path through two or more points, threadlike mark
streep Linie; Strich; Zeile ligne — Traductions à trier suivant le sens
streep Streifen; Strich; Rochen raieligne tracer sur une surface.
streep Streifen rayure — Impulsion parasite de courte durée qui traverse le signal vidéo à peu près au niveau du noir de référence sur l’oscilloscope de contrôle.
streep Streifen; gestreift rayure — Bande d’une certaine largeur contrastant par rapport au fond.

streep vorm van strepen:

strepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de strepen
    der Streifen; der Striche
    • Streifen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Striche [der ~] zelfstandig naamwoord

strepen werkwoord (streep, streept, streepte, streepten, getreept)

  1. strepen (strepen trekken)
    streifen; linieren
    • streifen werkwoord (streife, streifst, streift, streifte, streiftet, gestreift)
    • linieren werkwoord (liniere, linierst, liniert, linierte, liniertet, liniert)

Conjugations for strepen:

o.t.t.
  1. streep
  2. streept
  3. streept
  4. strepen
  5. strepen
  6. strepen
o.v.t.
  1. streepte
  2. streepte
  3. streepte
  4. streepten
  5. streepten
  6. streepten
v.t.t.
  1. ben getreept
  2. bent getreept
  3. is getreept
  4. zijn getreept
  5. zijn getreept
  6. zijn getreept
v.v.t.
  1. was getreept
  2. was getreept
  3. was getreept
  4. waren getreept
  5. waren getreept
  6. waren getreept
o.t.t.t.
  1. zal strepen
  2. zult strepen
  3. zal strepen
  4. zullen strepen
  5. zullen strepen
  6. zullen strepen
o.v.t.t.
  1. zou strepen
  2. zou strepen
  3. zou strepen
  4. zouden strepen
  5. zouden strepen
  6. zouden strepen
diversen
  1. streep!
  2. streept!
  3. getreept
  4. strepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Streifen strepen banderol; boordsel; film; filmrolletje; galon; omzoming; oplegsel; passement; rolprent; strook; tres
Striche strepen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linieren strepen; strepen trekken belijnen; lijnen; liniëren; van lijnen voorzien
streifen strepen; strepen trekken aanroeren; aanstippen; even aanraken; lichtjes aanraken; om zich heen kijken; omzwerven; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; schampen; struinen; waken; wakker blijven; zwerven

Verwante woorden van "strepen":