Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. parasol:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parasol (Nederlands) in het Duits

parasol:

parasol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de parasol (markies; zonnescherm; zonwering)
    der Sonnenschirm; die Markise; der Sonnenschutz; Sonnendach

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Markise markies; parasol; zonnescherm; zonwering zonneschermen
Sonnendach markies; parasol; zonnescherm; zonwering zonnedak; zonneschermen
Sonnenschirm markies; parasol; zonnescherm; zonwering zonneschermen
Sonnenschutz markies; parasol; zonnescherm; zonwering bescherming tegen de zon

Verwante woorden van "parasol":


Wiktionary: parasol

parasol
noun
  1. zonnescherm

Cross Translation:
FromToVia
parasol Schirm; Regenschirm; Sonnenschirm ombrelle — Petit parasol dont se servent surtout les femmes.