Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: der

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: der

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

der:
- Wiktionary:
  der → der, die, deren

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

der:
- de; die; diegene; degene
Wiktionary:
- der → der, dat, die, de, het, wat
- der → het

Duits

Uitgebreide vertaling voor der (Duits) in het Nederlands

der:

der

der (die; das)
de
- de
der (derjenige; die; daß; jene; jener; jenes; eine; eines; einer)
die; diegene; degene
- die
- diegene
- degene

Vertaal Matrix voor der:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degene		derjenige; diejenige
diegene		derjenige; diejenige
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de	das; der; die
degene	daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
die	daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
diegene	daß; der; derjenige; die; eine; einer; eines; jene; jener; jenes
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de	der; die
degene		diejenige
die		diese; dieser; dieses

Synoniemen voor "der":

dieser; jener; solcher; welcher; Reflexive

Wiktionary: der

der

genitief meervoud van het bepaalde lidwoord de, het
- der → der

pronoun

bepaald lidwoord
- het → das; der; die

Cross Translation:

From	To	Via
• der	→ dat; die	↔ that — which
• der	→ die	↔ that one — specified object
• der	→ de; het	↔ the — article
• der	→ de; het	↔ the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
• der	→ het	↔ the — with a superlative
• der	→ de; het	↔ the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
• der	→ dat; wat	↔ what — nonstandard relative pronoun
• der	→ die; dat	↔ which — (relative) who, whom, what
• der	→ die	↔ who — who (relative pronoun)

Verwante vertalingen van der