Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: schaduw

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: schaduw

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

schaduw:
- Schatten
schaduwen:
Wiktionary:
- schaduw → Schatten
- schaduwen → beschatten
- schaduwen → beschatten

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schaduw (Nederlands) in het Duits

schaduw:

schaduw [de ~] zelfstandig naamwoord

de schaduw (lommer)
der Schatten
- Schatten [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaduw:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Schatten	lommer; schaduw	gedaante; kringen onder de ogen; schaduwen; schim; slagschaduw

Verwante woorden van "schaduw":

schaduwen, schaduwtje, schaduwtjes

Verwante definities voor "schaduw":

donkere vorm op muur of grond¹
- zie je de schaduw van mijn hand?¹
plaats waar het licht wordt tegengehouden¹
- ik zat in de schaduw van een grote boom¹

Wiktionary: schaduw

Cross Translation:

From	To	Via
• schaduw	→ Schatten	↔ shade — darkness where light is blocked
• schaduw	→ Schatten	↔ shadow — dark image projected onto a surface
• schaduw	→ Schatten	↔ ombre — obscurité relatif que cause un corps opaque en intercepter la lumière.

schaduwen:

schaduwen werkwoord (schaduw, schaduwt, schaduwde, schaduwden, geschaduwd)

schaduwen
schattieren
- schattieren werkwoord (schattiere, schattierst, schattiert, schattierte, schattiertet, schattiert)

Conjugations for schaduwen:

o.t.t.

schaduw
schaduwt
schaduwt
schaduwen
schaduwen
schaduwen

o.v.t.

schaduwde
schaduwde
schaduwde
schaduwden
schaduwden
schaduwden

v.t.t.

ben geschaduwd
bent geschaduwd
is geschaduwd
zijn geschaduwd
zijn geschaduwd
zijn geschaduwd

v.v.t.

was geschaduwd
was geschaduwd
was geschaduwd
waren geschaduwd
waren geschaduwd
waren geschaduwd

o.t.t.t.

zal schaduwen
zult schaduwen
zal schaduwen
zullen schaduwen
zullen schaduwen
zullen schaduwen

o.v.t.t.

zou schaduwen
zou schaduwen
zou schaduwen
zouden schaduwen
zouden schaduwen
zouden schaduwen

diversen

schaduw!
schaduwt!
geschaduwd
schaduwend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schaduwen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de schaduwen (kringen onder de ogen)
der Schatten; die Falten
- Schatten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Falten [die ~] zelfstandig naamwoord

schaduwen [het ~] zelfstandig naamwoord

het schaduwen (rondwarende schaduwen; schimmen)
die Gespenster; die umhertreibende Schatten
- Gespenster [die ~] zelfstandig naamwoord
- umhertreibende Schatten [die ~] zelfstandig naamwoord
het schaduwen (heimelijk volgen van iemand; schaduwing)
Beschatten
- Beschatten [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schaduwen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beschatten	heimelijk volgen van iemand; schaduwen; schaduwing
Falten	kringen onder de ogen; schaduwen
Gespenster	rondwarende schaduwen; schaduwen; schimmen
Schatten	kringen onder de ogen; schaduwen	gedaante; lommer; schaduw; schim; slagschaduw
umhertreibende Schatten	rondwarende schaduwen; schaduwen; schimmen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schattieren	schaduwen	beschaduwen

Verwante woorden van "schaduwen":

schaduw

Wiktionary: schaduwen

schaduwen

verb

iemand ongemerkt volgen
- schaduwen → beschatten

Cross Translation:

From	To	Via
• schaduwen	→ beschatten	↔ tail — to tail

Verwante vertalingen van schaduw

vol schaduw

¹Muiswerk Woordenboek