Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: kantoor

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: kantoor

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

kantoor:
- Geschäftshaus; Bürogebäude
Wiktionary:
- kantoor → Büro
- kantoor → Büro, Pult, Amt, Anwaltsbüro, Kontor

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kantoor (Nederlands) in het Duits

kantoor:

kantoor [het ~] zelfstandig naamwoord

het kantoor (kantoorgebouw)
die Geschäftshaus; die Bürogebäude
- Geschäftshaus [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bürogebäude [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kantoor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bürogebäude	kantoor; kantoorgebouw	kantoorpand
Geschäftshaus	kantoor; kantoorgebouw	handelsfirma; handelshuis; winkelpand

Verwante woorden van "kantoor":

kantoortje, kantoortjes

Verwante definities voor "kantoor":

bedrijf dat gegevens van andere bedrijven verwerkt¹
- onze administratie wordt door dit kantoor gedaan¹
kamer waar men schrijft en gegevens verwerkt¹
- Jan zit in zijn kantoor te werken¹

Wiktionary: kantoor

kantoor

noun

een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd
- kantoor → Büro

kantoor

noun

Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
- Büro → bureau; kantoor

Cross Translation:

From	To	Via
• kantoor	→ Büro	↔ bureau — office
• kantoor	→ Büro	↔ buro — office
• kantoor	→ Büro	↔ office — building or room
• kantoor	→ Pult; Büro; Amt; Anwaltsbüro; Kontor	↔ bureau — (vieilli) désuet\|fr étoffe de bure.

¹Muiswerk Woordenboek