Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. graan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor graan (Nederlands) in het Duits

graan:

graan [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het graan
    Getreide; Korn
    • Getreide [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Korn [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor graan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Getreide graan graangewas; haver
Korn graan graankorrel

Verwante woorden van "graan":

  • granen, graantje, graantjes

Wiktionary: graan

graan graan
noun
  1. Botanik: Samenkörner der unter [1] genannten Grasarten
  2. Botanik: Grasart, die wegen ihrer essbaren Samenkörner angebaut wird

Cross Translation:
FromToVia
graan Korn; Getreide; Zerealie corn — the fruits of a cereal crop
graan Korn grain — harvested seeds of various grass-related food crops
graan Getreide grain — the crops from which grain is harvested
graan Getreide céréaleplante cultivée principalement pour ses grains utilisés dans l’alimentation de l’homme et de certains animaux domestiques. Toutefois elle est parfois cultivée pour utiliser toute la plante comme fourrage.

Verwante vertalingen van graan