Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- genieten:
-
Wiktionary:
- genieten → genießen
- genieten → genießen, bekommen, empfangen, erhalten, annehmen, akzeptieren, entgegennehmen, im Empfang nehmen, aufnehmen, auf sich nehmen, sich gefallen lassen, hinnehmen, eingehen auf, einwilligen in
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor genieten (Nederlands) in het Duits
genieten:
-
genieten (genot hebben van; amuseren)
– er plezier aan beleven 1
Conjugations for genieten:
o.t.t.
- geniet
- geniet
- geniet
- genieten
- genieten
- genieten
o.v.t.
- genoot
- genoot
- genoot
- genoten
- genoten
- genoten
v.t.t.
- heb genoten
- hebt genoten
- heeft genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
- hebben genoten
v.v.t.
- had genoten
- had genoten
- had genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
- hadden genoten
o.t.t.t.
- zal genieten
- zult genieten
- zal genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
- zullen genieten
o.v.t.t.
- zou genieten
- zou genieten
- zou genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
- zouden genieten
diversen
- geniet!
- geniet!
- genoten
- genietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor genieten:
Antoniemen van "genieten":
Verwante definities voor "genieten":
Wiktionary: genieten
genieten
Cross Translation:
verb
genieten
-
voordeel hebben van iets
- genieten → genießen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• genieten | → bekommen; empfangen; erhalten; annehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in | ↔ recevoir — accepter, prendre ce qui donner, ce qui présenter, ce qui offrir sans qu’il devoir. |