Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. variabel:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. variabel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor variabel (Nederlands) in het Duits

variabel:

variabel bijvoeglijk naamwoord

  1. variabel (variërend)
    variabel; variierend

Vertaal Matrix voor variabel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
variabel variabel; variërend grillig; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variabele; veranderlijk; wispelturig; wisselvallig
variierend variabel; variërend variërend; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "variabel":


Wiktionary: variabel


Cross Translation:
FromToVia
variabel variabel variable — able to vary
variabel variabel variable — likely to vary
variabel variabel variable — mathematics: having no fixed quantitative value

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor variabel (Duits) in het Nederlands

variabel:

variabel bijvoeglijk naamwoord

  1. variabel (variierend)
    variërend; variabel
  2. variabel (veränderlich; wandelbar)
    variabele
  3. variabel (launenhaft; unberechenbar; flatterhaft; )
    onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar
  4. variabel (unbeständig; veränderlich; wandelbar; flatterhaft)
    wisselvallig; veranderlijk; onbestendig

Vertaal Matrix voor variabel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grillig flatterhaft; launenhaft; launisch; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig
nukkig flatterhaft; launenhaft; launisch; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig launenhaft; launisch; mürrisch; nörgelig; schlecht gelaunt; übellaunig
onberekenbaar flatterhaft; launenhaft; launisch; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig
onbestendig flatterhaft; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar
onvoorspelbaar flatterhaft; launenhaft; launisch; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig
variabel variabel; variierend
veranderlijk flatterhaft; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar unbeständig; unentschlossen; wechselhaft; zweifelhaft
wispelturig flatterhaft; launenhaft; launisch; nicht voraussagbar; schlecht gelaunt; unbefahrbar; unberechenbar; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar; wetterwendisch; übellaunig
wisselvallig flatterhaft; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar schwankend; unbeständig; variierend; wandelbar; wechselhaft; wechselnd
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
variabele Variable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
variabele variabel; veränderlich; wandelbar
variërend variabel; variierend schwankend; unbeständig; variierend; wandelbar; wechselhaft; wechselnd

Synoniemen voor "variabel":


Wiktionary: variabel


Cross Translation:
FromToVia
variabel veranderlijk; variabel; regelbaar variable — able to vary
variabel veranderlijk; variabel; schommelend; wisselend; onbestendig variable — likely to vary
variabel veranderlijk; variabel variable — mathematics: having no fixed quantitative value

Computer vertaling door derden: