Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. slapeloosheid:
  2. slapeloos:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slapeloosheid (Nederlands) in het Duits

slapeloosheid:

slapeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de slapeloosheid
    die Schlaflosigkeit

Vertaal Matrix voor slapeloosheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schlaflosigkeit slapeloosheid

Verwante woorden van "slapeloosheid":


Wiktionary: slapeloosheid

slapeloosheid
noun
  1. psychologie|nld (medisch, nld) een slaapstoornis

Cross Translation:
FromToVia
slapeloosheid Schlaflosigkeit insomnia — sleeping disorder

slapeloos:

slapeloos bijvoeglijk naamwoord

  1. slapeloos (slaaploos)
    schlaflos

Vertaal Matrix voor slapeloos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schlaflos slaaploos; slapeloos

Verwante woorden van "slapeloos":


Wiktionary: slapeloos

slapeloos
Cross Translation:
FromToVia
slapeloos schlaflos sleepless — absence of sleep