Nederlands
Uitgebreide vertaling voor geleider (Nederlands) in het Duits
geleider:
-
de geleider (elektriciteitsgeleider)
-
de geleider (warmtegeleider)
der Wärmeleiter -
de geleider (stroomgeleider)
die Stromleiter
Vertaal Matrix voor geleider:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Begleiter | elektriciteitsgeleider; geleider | curator; gezellin; partner; voogd |
Elektrizitätsleiter | elektriciteitsgeleider; geleider | |
Führer | elektriciteitsgeleider; geleider | aanvoerder; baas; begeleider; beheerser; beknopte handleiding; bestuurder; bevelhebber; chauffeur; commandant; gebieder; gids; hoofd; hoofdman; kapitein; kopstuk; leider; leidraad; leidsman; loods; manager; meester; reisbegeleider; reisgids; reisleider; reisleidster; rijder; rondleider; scheepskapitein; schipper; voorzitter; wagenbestuurder |
Leiter | elektriciteitsgeleider; geleider | aanvoerder; hoofd; hoofdman; hoofdmannen; hoofdonderwijzer; klimladder; ladder; leer; leider; leiders; leidsman; leidsmannen; opperhoofden; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; voorman |
Schiene | elektriciteitsgeleider; geleider | scheen; spalk |
Stromleiter | geleider; stroomgeleider | |
Wärmeleiter | geleider; warmtegeleider |