Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. transistor:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. transistor:


Frans

Uitgebreide vertaling voor transistor (Frans) in het Zweeds

transistor:

transistor [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le transistor (appareil radio; radio; poste de radio; poste)
    radio; radioapparat

Vertaal Matrix voor transistor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
radio appareil radio; poste; poste de radio; radio; transistor
radioapparat appareil radio; poste; poste de radio; radio; transistor cabinet pour radio

Synoniemen voor "transistor":


Wiktionary: transistor


Cross Translation:
FromToVia
transistor transistor transistor — elektrotechniek|nld, elektronica|nld één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
transistor bärbar radio; transistorradio Kofferradio — ein tragbares Radiogerät, dass man an verschiedene Orte mitnehmen kann
transistor transistor TransistorElektrotechnik: aus Halbleitermaterial hergestelltes elektronisches Bauelement, zum Verstärken und Schalten von elektrischen Signalen
transistor transistor transistor — solid-state semiconductor device, with three terminals



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor transistor (Zweeds) in het Frans


Wiktionary: transistor


Cross Translation:
FromToVia
transistor transistor transistor — elektrotechniek|nld, elektronica|nld één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
transistor transistor TransistorElektrotechnik: aus Halbleitermaterial hergestelltes elektronisches Bauelement, zum Verstärken und Schalten von elektrischen Signalen
transistor transistor transistor — solid-state semiconductor device, with three terminals