Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toit:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor toit (Frans) in het Zweeds

toit:

toit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le toit (recouvrement; capote; couverture; )
    täcke 6-tak; betäckning; övertäckning

Vertaal Matrix voor toit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betäckning capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture couverture; dalle; housse; panneau de recouvrement
täcke 6-tak capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture
övertäckning capote; coupole; couvercle; couverture; dôme; recouvrement; toit; toiture bouclier; carapace; couvert; croissance; crue; culture; manteaux; poussé; prétexte; voile; végétation; élytre

Synoniemen voor "toit":


Wiktionary: toit

toit
noun
  1. Couverture d’un immeuble (1):

Cross Translation:
FromToVia
toit tak Dach — Abdeckung eines Hauses, eines Fahrzeugs oder eines Zeltes
toit tak dak — het deel dat een gebouw aan de bovenkant bedekt en bescherming biedt tegen het weer
toit tak roof — the cover at the top of a building
toit tak roof — the upper part of a cavity

Verwante vertalingen van toit