Frans

Uitgebreide vertaling voor fêtard (Frans) in het Zweeds

fêtard:

fêtard [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fêtard
    festbesökare
  2. le fêtard (fainéant; paresseux; misérable; )
    loafer
    • loafer zelfstandig naamwoord
  3. le fêtard (fainéant)
    luffare; sysslolös person; kringdrivande person; person som driver omkring

Vertaal Matrix voor fêtard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festbesökare fêtard
kringdrivande person fainéant; fêtard
loafer abruti; cloche; fainéant; fêtard; misérable; nouille; paresseux
luffare fainéant; fêtard clochard; clochards; petit vagabond; vagabond; vagabonde; vagabonds
person som driver omkring fainéant; fêtard
sysslolös person fainéant; fêtard

Synoniemen voor "fêtard":


Wiktionary: fêtard


Cross Translation:
FromToVia
fêtard festprisse party animal — person known for frequent, enthusiastic attendance at parties

fétard:

fétard [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fétard (bambocheur; joyeux luron)
    rucklare; liderlig sälle

Vertaal Matrix voor fétard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liderlig sälle bambocheur; fétard; joyeux luron
rucklare bambocheur; fétard; joyeux luron