Vivacité in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

vivacité:
- rörlighet; livlighet; snabbhet; ysterhet; vara vaken; skyndsamhet; flinkhet; käckhet
Wiktionary:
- vivacité → livlighet, raskhet, iver, hetta, häftighet, uppbrusning, livlig, bjärthet

Frans

Uitgebreide vertaling voor vivacité (Frans) in het Zweeds

la vivacité (mobilité)
rörlighet; livlighet; snabbhet
- rörlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- livlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- snabbhet [-en] zelfstandig naamwoord
la vivacité (mobilité)
livlighet
- livlighet [-en] zelfstandig naamwoord
la vivacité (exubérance; pétulance; humeur folâtre; lascivité)
livlighet; ysterhet
- livlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- ysterhet [-en] zelfstandig naamwoord
la vivacité (fait d'être éveillé; vigueur)
vara vaken
- vara vaken zelfstandig naamwoord
la vivacité (rapidité; intelligence)
skyndsamhet
- skyndsamhet [-en] zelfstandig naamwoord
la vivacité (tempérament)
flinkhet; käckhet
- flinkhet [-en] zelfstandig naamwoord
- käckhet zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flinkhet	tempérament; vivacité	facilités; équipements
käckhet	tempérament; vivacité
livlighet	exubérance; humeur folâtre; lascivité; mobilité; pétulance; vivacité	agilité; agitation; allure; mobilité; rapidité; vitesse; vélocité
rörlighet	mobilité; vivacité
skyndsamhet	intelligence; rapidité; vivacité
snabbhet	mobilité; vivacité	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
vara vaken	fait d'être éveillé; vigueur; vivacité
ysterhet	exubérance; humeur folâtre; lascivité; pétulance; vivacité
-	animation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vara vaken		être éveillé

vivacité

noun