Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor trouée (Frans) in het Zweeds

trouée:

trouée [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trouée (brèche; trou; ouverture)
    bräcka; brytning; lucka; rämna; bräsch
    • bräcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • brytning [-en] zelfstandig naamwoord
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • rämna [-en] zelfstandig naamwoord
    • bräsch [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la trouée (échappée par laquelle on peut regarder dessus; percée)
    fri sikt; utsikt; perspektiv; vy; panorama
    • fri sikt zelfstandig naamwoord
    • utsikt [-en] zelfstandig naamwoord
    • perspektiv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • vy [-en] zelfstandig naamwoord
    • panorama [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la trouée (échappée; percée)
    fri sikt; utsikt; vy
    • fri sikt zelfstandig naamwoord
    • utsikt [-en] zelfstandig naamwoord
    • vy [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trouée:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brytning brèche; ouverture; trou; trouée balustrade; parapet; réfraction; talus
bräcka brèche; ouverture; trou; trouée défaut; déficit; faiblesse; impuissance; lacune; manque; sensibilité
bräsch brèche; ouverture; trou; trouée
fri sikt percée; trouée; échappée; échappée par laquelle on peut regarder dessus
lucka brèche; ouverture; trou; trouée battant inférieur; défaut; hiatus; lacune; manque; microbe; puce; vide
panorama percée; trouée; échappée par laquelle on peut regarder dessus panorama; photo panoramique; vision; vue
perspektiv percée; trouée; échappée par laquelle on peut regarder dessus
rämna brèche; ouverture; trou; trouée entrebâillement; fente
utsikt percée; trouée; échappée; échappée par laquelle on peut regarder dessus panorama; perspective; vision; vue
vy percée; trouée; échappée; échappée par laquelle on peut regarder dessus affichage; panorama; vision; vue
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräcka faire bouger en tirant
rämna forcer; fracturer; ouvrir brusquement

Synoniemen voor "trouée":