Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tronche:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tronche (Frans) in het Zweeds

tronche:

tronche [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tronche (bûche; bille)
    ved; vedträ
    • ved [-en] zelfstandig naamwoord
    • vedträ [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tronche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ved bille; bûche; tronche bois; bois de chauffage; bois de fente; bois à brûler; bûche; rondin; tison
vedträ bille; bûche; tronche bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison

Synoniemen voor "tronche":


Wiktionary: tronche

tronche
noun
  1. (vieilli) bûche.

Cross Translation:
FromToVia
tronche knopp; skalle block — slang:human head
tronche tryne mug — (slang) the face