Tracas in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

tracas:
- bråk; tjafs; krakel; tjafsa och larva; bekymmer; de dagliga bekymren; tillstånd; skick; situation; kondition; beskaffenhet; grubblande
Wiktionary:
- tracas → besvär, krångel, ilska, irritation

Frans

Uitgebreide vertaling voor tracas (Frans) in het Zweeds

le tracas
bråk; tjafs; krakel
- bråk [-ett] zelfstandig naamwoord
- tjafs [-ett] zelfstandig naamwoord
- krakel zelfstandig naamwoord
le tracas
tjafsa och larva
- tjafsa och larva zelfstandig naamwoord
le tracas (soucis)
bekymmer; de dagliga bekymren
- bekymmer [-ett] zelfstandig naamwoord
- de dagliga bekymren zelfstandig naamwoord
le tracas (situation; condition; état; disposition; circonstance; ennuis)
tillstånd; skick; situation; kondition; beskaffenhet
- tillstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- skick [-ett] zelfstandig naamwoord
- situation [-en] zelfstandig naamwoord
- kondition [-en] zelfstandig naamwoord
- beskaffenhet [-en] zelfstandig naamwoord
le tracas (soucis; affaires)
grubblande
- grubblande zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekymmer	soucis; tracas	agitation; chagrin; chagrins; douleurs; désagréments; ennuis; inquiétude; malheur; peine; peines; préoccupation; remous; souci; soucis; souffrance; souffrances; tourment; tristesse
beskaffenhet	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	attribut; caractère; nature; qualité
bråk	tracas	agitations; boucan; brouhaha; cabale; chichis; combats; esbroufe; rixes; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme
de dagliga bekymren	soucis; tracas
grubblande	affaires; soucis; tracas	bouillonnement; murmure; méditation; rouspétances; réflexion; rêverie
kondition	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	condition; configuration; façon; forme; manière; moule; position; prise de position; situation; état
krakel	tracas
situation	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	situation
skick	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	situations
tillstånd	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	acceptation; accord; approbation; autorisation; billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; circonstances; conditions; consentement; dispositions; laissez-passer; laissez-passez; licence; permis; permission; sanction; situations; ticket; ticket d'entrée; état
tjafs	tracas	brouhaha; brouillon; chichis; farfouillement; gâchis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme
tjafsa och larva	tracas

Cross Translation:

From	To	Via
• tracas	→ besvär; krångel	↔ hassle — trouble, bother, unwanted annoyances or problems
• tracas	→ ilska; irritation	↔ Ärger — eine spontane, innere, emotionale Reaktion hochgradiger Unzufriedenheit auf eine Situation, eine Person oder eine Erinnerung, die der Verärgerte verändern möchte.