Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tam-tam:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tam-tam (Frans) in het Zweeds

tam-tam:

tam-tam [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tam-tam (rumeur; bruit; brouhaha; )
    oljud; oväsen
    • oljud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • oväsen zelfstandig naamwoord
  2. le tam-tam (brouhaha; tapage; rumeur; )
    bråk; väsen; uppståndelse; tjafs
  3. le tam-tam (tapage; scandale; esclandre)
    liv; larm; oväsen; tumult; bräk
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • larm [-ett] zelfstandig naamwoord
    • oväsen zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bräk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tam-tam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräk esclandre; scandale; tam-tam; tapage
bråk brouhaha; chichis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme agitations; boucan; cabale; chichis; combats; esbroufe; rixes; tracas
larm esclandre; scandale; tam-tam; tapage alarme; clameur; dispositif d'alarme; vacarme
liv esclandre; scandale; tam-tam; tapage affluence; animation; bousculade; chamailleries; cohue; constance; durabilité; engueulades; existence; foule; immutabilité; petite vie; poussée; présence; querelles; réalité; stabilité; tumulte; vie; vies
oljud brouhaha; bruit; chichis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme brouhaha; bruit; cabale; chahut; cohue; fracas; nuissance phonique; nuissance sonore; rumeur; tapage; tumulte; vacarme
oväsen brouhaha; bruit; chichis; esclandre; rumeur; scandale; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme agitation; chamailleries; commotion; engueulades; grand bruit; querelles; sensation; tapage; tumulte; émoi
tjafs brouhaha; chichis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme brouillon; farfouillement; gâchis; tracas
tumult esclandre; scandale; tam-tam; tapage agitation; attroupement; bagarre; bousculade; brouhaha; bruit; cabale; cas; chahut; charivari; cohue; combat de boxe; commotion; confusion; effervescence; excitation; fracas; grand bruit; insurrection; match de boxe; presse; pugilat; rassemblement; remous; rumeur; rébellion; révolte; sensation; tapage; trouble; tumulte; vacarme; éclat; émeute; émoi
uppståndelse brouhaha; chichis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme bruit; cas; chamailleries; commotion; engueulades; querelles; tumulte; éclat
väsen brouhaha; chichis; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme affluence; agitation; animation; bagarre; bousculade; bruit; cas; cohue; combat de boxe; commotion; confusion; excitation; foule; insurrection; match de boxe; poussée; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; éclat; émeute

Synoniemen voor "tam-tam":


Computer vertaling door derden: