Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal susceptibilité

Vertaal susceptibilité van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

susceptibilité:
- mottaglighet; känslighet; ömtålighet; irritation; rörning

Frans

Uitgebreide vertaling voor susceptibilité (Frans) in het Zweeds

susceptibilité:

susceptibilité [la ~] zelfstandig naamwoord

la susceptibilité (réceptivité; sensibilité)
mottaglighet
- mottaglighet zelfstandig naamwoord
la susceptibilité (grande sensibilité; sensitivité; finesse d'esprit)
känslighet
- känslighet [-en] zelfstandig naamwoord
la susceptibilité (sensibilité; pathétique; sensitivité; caractère émouvant)
mottaglighet; känslighet; ömtålighet
- mottaglighet zelfstandig naamwoord
- känslighet [-en] zelfstandig naamwoord
- ömtålighet [-en] zelfstandig naamwoord
la susceptibilité (vulnérabilité; sensibilité; faiblesse)
känslighet; ömtålighet
- känslighet [-en] zelfstandig naamwoord
- ömtålighet [-en] zelfstandig naamwoord
la susceptibilité (irascibilité; énervement; mauvaise humeur; agacement; irritation; irritabilité; raseur; excitabilité)
irritation; rörning
- irritation [-en] zelfstandig naamwoord
- rörning zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor susceptibilité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
irritation	agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement	agacement; amertume; chiffonnement; contrariété; déplaisir; irascibilité; irritation; mécontentement; rancoeur; énervement
känslighet	caractère émouvant; faiblesse; finesse d'esprit; grande sensibilité; pathétique; sensibilité; sensitivité; susceptibilité; vulnérabilité	critère de diffusion; discrétion; délicatesse; excitabilité; finesse; hypersensibilité; irritabilité; niveau de confidentialité; sensiblerie; tact
mottaglighet	caractère émouvant; pathétique; réceptivité; sensibilité; sensitivité; susceptibilité
rörning	agacement; excitabilité; irascibilité; irritabilité; irritation; mauvaise humeur; raseur; susceptibilité; énervement	attouchement; contact; frôlement; toucher
ömtålighet	caractère émouvant; faiblesse; pathétique; sensibilité; sensitivité; susceptibilité; vulnérabilité	délicatesse; faiblesse; finesse; fragilité; impuissance; sensibilité

Synoniemen voor "susceptibilité":

excitabilité; irritabilité; hypersensibilité

Computer vertaling door derden: