Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. succulent:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor succulent (Frans) in het Zweeds

succulent:

succulent bijvoeglijk naamwoord

  1. succulent (juteux)
    saftigt; köttig; köttigt; suckulent
  2. succulent (juteux; savoureux)
    mört; mör; saftigt
    • mört bijvoeglijk naamwoord
    • mör bijvoeglijk naamwoord
    • saftigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor succulent:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
köttig juteux; succulent charnel; charnellement; charnu; pulpeux
köttigt juteux; succulent charnel; charnellement; charnu; pulpeux
mör juteux; savoureux; succulent
mört juteux; savoureux; succulent mol; molle; mou
saftigt juteux; savoureux; succulent
suckulent juteux; succulent

Synoniemen voor "succulent":


Wiktionary: succulent

succulent
adjective
  1. Savoureux

Cross Translation:
FromToVia
succulent smaklig; välsmakande geschmackvoll — einen guten Geschmack habend