Frans
Uitgebreide vertaling voor stupéfait (Frans) in het Zweeds
stupéfait:
-
stupéfait (étonné; surpris; perplexe; décontenancé; avec étonnement; bouche bée; interdit; ahuri; hébété; déconcerté; étourdi; ébahi; d'un air surpris)
mållöst; förbluffat; förvånat; mållös; förstummad; förstummat-
mållöst bijvoeglijk naamwoord
-
förbluffat bijvoeglijk naamwoord
-
förvånat bijvoeglijk naamwoord
-
mållös bijvoeglijk naamwoord
-
förstummad bijvoeglijk naamwoord
-
förstummat bijvoeglijk naamwoord
-
-
stupéfait (interdit; perplexe; déconcerté; bouche bée; estomaqué)
-
stupéfait
slagen mållös; slagen mållöst-
slagen mållös bijvoeglijk naamwoord
-
slagen mållöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
stupéfait
-
stupéfait (troublé; touché; bouche bée; estomaqué; interdit; frappé; effaré; perplexe; pantois; consterné; éberlué; ébahi; épaté; déconcerté; époustouflé; décontenancé)
handfallet; bestört; förfärad; förfärat-
handfallet bijvoeglijk naamwoord
-
bestört bijvoeglijk naamwoord
-
förfärad bijvoeglijk naamwoord
-
förfärat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stupéfait:
Synoniemen voor "stupéfait":
Computer vertaling door derden: