Sorcière in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

sorcière:
- satkäring; hora; hynda; häxa; orm; trollkvinna
Wiktionary:
- sorcière → hagga, häxor, häxa, trollpacka, trollkvinna, trollkarl, trollkäring, trollkärring

Frans

Uitgebreide vertaling voor sorcière (Frans) in het Zweeds

la sorcière (virago; chienne; mégère; tarte; vache; charogne; dragon; chipie; vipère; furie; gendarme)
satkäring; hora; hynda; häxa; orm
- satkäring [-en] zelfstandig naamwoord
- hora [-en] zelfstandig naamwoord !
- hynda [-en] zelfstandig naamwoord
- häxa [-en] zelfstandig naamwoord
- orm [-en] zelfstandig naamwoord
la sorcière
häxa
- häxa [-en] zelfstandig naamwoord
la sorcière (magicienne)
trollkvinna; häxa
- trollkvinna [-en] zelfstandig naamwoord
- häxa [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hora	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	prostituée; putain; pute
hynda	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	chienne
häxa	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; magicienne; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago
orm	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	charogne; couvée de serpents; crapule; poison; salope; serpent; vache; vipère
satkäring	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	virago
trollkvinna	magicienne; sorcière

devineresse; prophète; augure; aruspice; mage; magicienne; oracle; sibylle; pythie; pythonisse; voyante; visionnaire; chiromancienne; envoûteuse; guérisseuse; rebouteuse; hypnotiseuse

Cross Translation:

From	To	Via
• sorcière	→ hagga	↔ crone — an ugly evil-looking or frightening old woman; a hag
• sorcière	→ häxor; häxa	↔ hag — a witch, sorceress, or enchantress; also, a wizard
• sorcière	→ hagga	↔ hag — an ugly old woman
• sorcière	→ häxa; trollpacka; trollkvinna; trollkarl	↔ witch — person who uses magic
• sorcière	→ häxa	↔ heks — een persoon, meestal een vrouw, aan wie bovennatuurlijke krachten worden toegeschreven
• sorcière	→ häxa; trollkvinna; trollkäring; trollkärring	↔ Hexe — Volksglauben, Mythologie: bösgesinnte, meist hässlich aussehende, weibliche Märchen- oder Sagengestalt, welche oft mit einem Buckel, einer langen, krummen Nase dargestellt wird, und zauberische Kräfte besitzt (die hexen)