Séparé in het Zweeds vertaald uit het Frans

Frans

Uitgebreide vertaling voor séparé (Frans) in het Zweeds

séparé (séparément; seul; particulier; solitaire; indépendant; à part; autonome)
enskilt; separat
- enskilt bijvoeglijk naamwoord
- separat bijvoeglijk naamwoord
séparé (en deux; séparément)
isär; åtskild; åtskilt
- isär bijvoeglijk naamwoord
- åtskild bijvoeglijk naamwoord
- åtskilt bijvoeglijk naamwoord
séparé (dissolu; divorcé)
skild; skilt; separerat
- skild bijvoeglijk naamwoord
- skilt bijvoeglijk naamwoord
- separerat bijvoeglijk naamwoord
séparé (à part; isolé)
skilt; separat; urskiljt; utsöndrad; utsöndrat
- skilt bijvoeglijk naamwoord
- separat bijvoeglijk naamwoord
- urskiljt bijvoeglijk naamwoord
- utsöndrad bijvoeglijk naamwoord
- utsöndrat bijvoeglijk naamwoord
séparé (à part; isolé)
isär
- isär bijvoeglijk naamwoord
séparé (à part)
avgränsat; avdelat
- avgränsat bijvoeglijk naamwoord
- avdelat bijvoeglijk naamwoord
séparé (à part)
åtskild; isärtagen
- åtskild bijvoeglijk naamwoord
- isärtagen bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avdelat	séparé; à part
avgränsat	séparé; à part	bouché; étanche
enskilt	autonome; indépendant; particulier; seul; solitaire; séparé; séparément; à part
isär	en deux; isolé; séparé; séparément; à part	en deux; par le milieu
isärtagen	séparé; à part
separat	autonome; indépendant; isolé; particulier; seul; solitaire; séparé; séparément; à part
separerat	dissolu; divorcé; séparé	curieux; détaché; particulier; singulier; singulièrement; à part
skild	dissolu; divorcé; séparé	divergent; divers; multiple; varié
skilt	dissolu; divorcé; isolé; séparé; à part	divergent; divers; multiple; varié
urskiljt	isolé; séparé; à part
utsöndrad	isolé; séparé; à part
utsöndrat	isolé; séparé; à part
åtskild	en deux; séparé; séparément; à part
åtskilt	en deux; séparé; séparément

fragmenté; divisé; segmenté; interposé; entremis; intercalé; interpolé; isolé; écarté; retiré; reculé; éloigné; solitaire; seul; esseulé; détaché; délaissé; ponctué; scandé; marqué; interrompu; autre; contraire; différent; dissemblable; divergent; cloisonné; clôturé; compartimenté; sectionné

Cross Translation:

From	To	Via
• séparé	→ avskild; skiljd; separat	↔ separate — apart from; not connected to
• séparé	→ skild; separat	↔ separate — followed by "from": not together with

Computer vertaling door derden: