Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal rigolade

Vertaal rigolade van Frans naar Zweeds

Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rigolade:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor rigolade (Frans) in het Zweeds

rigolade:

rigolade [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rigolade (plaisanterie; canard; blague; )
    skämt; skoj; vits
    • skämt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skoj [-ett] zelfstandig naamwoord
    • vits [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la rigolade (allégresse; plaisir; joie; )
    nöje; skoj
    • nöje [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skoj [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la rigolade (drôlerie; esprit; humour; )
    nöje
    • nöje [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. la rigolade (humour; drôlerie; folie; )
    humor
    • humor [-en] zelfstandig naamwoord
  5. la rigolade (pétulance; joie; gaieté; exubérance; hilarité)
    festligt
  6. la rigolade (blague; boutade; raillerie; )
    smått; liten present

Vertaal Matrix voor rigolade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festligt exubérance; gaieté; hilarité; joie; pétulance; rigolade
humor badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
liten present badinage; blague; boutade; cocasserie; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit petit cadeau
nöje allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; esprit; farce; folie; gaieté; humour; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit allégresse; blagues; bonne humeur; contentement; coup; divertissement; délectation; enjouement; farces; gaieté; grande joie; hobbies; hobby; humeur joyeuse; joie; jouissance; jovialité; passe-temps; passion; plaisanteries; plaisir; pulsion sexuelle; rigolades; réjouissance; satisfaction
skoj allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; canard; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; histoire drôle; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit blague; blagues; cabriole; caprice; culbute; fait de fouiller; farces; fouille; galpette; gambade; pirouette; plaisanterie; plaisanteries; rigolades
skämt badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit blague; blagues; bouffonneries; boutade; canard; clownerie; farces; histoires drôles; jeu; partie; plaisanterie; plaisanteries; plaisir; rigolades; spectacle railleur; tour; trait d'esprit
smått badinage; blague; boutade; cocasserie; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
vits badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit blague; drôlerie; plaisanterie; spectacle railleur; trait d'esprit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festligt de fête

Synoniemen voor "rigolade":


Wiktionary: rigolade

Cross Translation:
FromToVia
• rigolade → skoj; spratt ↔ Fez — umgangssprachlich: lustiger Unfug

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0389 seconde
Page rendered in 1.0 seconds