Frans
Uitgebreide vertaling voor raboteux (Frans) in het Zweeds
raboteux:
-
raboteux (sauvage; féroce; rugueux; rude; enragé; farouche; outré; rêche; rageur; férocement; fou de rage; en colère; furieux; furieuse; furibond; furieusement)
-
raboteux (bossué; inégal; cabossé; bosselé; cahoteux)
oregelbundet; knöligt; bucklig; oregelbunden; ojämnt; buckligt-
oregelbundet bijvoeglijk naamwoord
-
knöligt bijvoeglijk naamwoord
-
bucklig bijvoeglijk naamwoord
-
oregelbunden bijvoeglijk naamwoord
-
ojämnt bijvoeglijk naamwoord
-
buckligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
raboteux (cahoteux; rugueux; irrégulier; rêche; inégal; irrégulièrement)